Spiegel voor de samenleving

Spiegel voor de samenleving
De spiegel van Exodus

De veertig dagen voor Pasen (eigenlijk al vanaf 9 februari) en de vijftig dagen tussen Pasen en Pinksteren lezen we in onze kerkdiensten uit het boek Exodus. Een boek vol bekende verhalen.

Macht
Het boek Exodus houdt ons een spiegel voor. Het laat zien waar het op uit kan draaien als je denkt de macht te hebben de samenleving naar je hand te zetten. Dit Bijbelboek stelt vragen bij onze welvaart. Want ten koste van wie leven wij in het rijke westen in weelde?
Het begon zo goed. Aan het einde van het boek Genesis wonen de nakomelingen van Jacob veilig en in welvaart in Egypte. Dankzij Jozef, die op wonderbaarlijke wijze onderkoning in Egypte was geworden, hadden ze de hongersnood in Kanaän overleefd en was de hele familie naar Egypte gekomen. Ze mochten leven in het land Gozen, een provincie in de Nijldelta. Het ging ze goed, de familie groeide snel.
In de tijd van Jozef leek het prachtig. De samenleving van Egypte was een geoliede machine. De oogst werd bewaard en eerlijk verdeeld onder de bevolking. Met een goede koning of Farao blijkt de economie en de politiek van Egypte de wereld van de honger te kunnen redden. Maar, zo blijkt in het boek Exodus, als de macht je naar het hoofd stijgt, dan ontstaat er een totalitair systeem. Dan mag je niet meer zelfstandig denken, dan mag je niet meer kritisch zijn. Laat staan dat je een eigen identiteit hebt of een eigen geloof. Het ooit zo gastvrije land Egypte wordt een dictatuur waar het verboden is om een eigen zelfstandige gemeenschap te vormen. Egypte wordt in de hele Bijbel het schrikbeeld, een Angstland, waar de gemeenschap wordt verdeeld in mensen met macht en mensen zonder verweer die aan die macht zijn overgeleverd.

Hoog Catharijne
In het verhaal van Exodus nemen we een kijkje aan de onderkant van de samenleving. Waar wij vaak aan de goede kant van de streep staan, leren we in de eerste hoofdstukken van Exodus kijken door de ogen van uitgebuite, onderdrukte mensen. De slaven van de economie. Alsof je niet langs de etalages in Hoog Catharijne loopt, maar onder de winkels door, in de expeditieruimten. Tussen de overleveraars van de samenleving, de zwervers, de junks en de jeugdbendes.
De misstanden van het systeem blijven niet verborgen. God hoort de jammerkreten van de Israëlieten. God ziet hoe ellendig het volk eraan toe is. Hij weet hoe ze lijden onder de dwangarbeid en uitbuiting.
Dat systeem kan alleen gebroken worden als je het in het hart raakt. Dat blijkt wel uit de tien plagen die over Egypte komen. Pas als de plagen de farao zelf raken, in zijn eigen gezin, in de tiende plaag, dan ervaart hij zelf wat zijn systeem doet met mensen: het maakt ze kapot. Dan pas is hij bereid – voor even dan – om te erkennen dat de Hebreeërs ook mensen zijn, die menswaardig mogen leven.

Te mooi om waar te zijn
En dan begint het boek pas. Want hoe moet dat dan – leven in het licht van God?
Het begint met erkennen dat het leven is geschonken door God. Je hebt het van God gekregen om er iets van te maken, om je te ontplooien. En als jij het hebt gekregen, dan iedereen! Je mag dus het leven van de ander niet onmogelijk maken of misbruiken. Als tegenhanger van de tien plagen in Egypte, om het systeem van de antigod Farao kapot te maken, krijgt het volk van Israël: Tien Leefregels. Tien geboden om het leven als gave van God te waarborgen. Om de ruimte en de vrijheid voor ieder mens te garanderen.
En dat blijkt nog niet mee te vallen, zo lezen we in het middendeel van het boek Exodus (hoofdstuk 15-23). Want hoe gaat dat als na een revolutie de onderliggende partij aan de macht is gekomen? Vaak zien zij hun kans schoon om de maatschappij om te draaien. Nu zullen wíj in weelde leven, nu zullen wij laten zien wie er de baas is. Zo gaat het ook in de woestijn regelmatig. De een heerst over de ander. Het geloof in de God van Abraham zit nog niet diep. En zodra het maar even tegenzit, geven ze de hoop op en idealiseren ze het slavenbestaan in Egypte: ‘waren we nog maar bij de vleespotten van Egypte’.
In de tocht door de woestijn, de overgangsperiode van Egypte naar het beloofde land, wordt de basis gelegd voor de samenleving zoals God die graag zou zien in Israël. Het land waar de welvaart eerlijk verdeeld wordt en de sterken zorgen voor de weduwen en de wezen.
Het is bijna te mooi om waar te zijn. En dat blijkt helaas ook, zo wel in het vervolg van de Bijbel, als in onze eigen tijd.
terug